De vaartschepen op de Nederlandse rivieren lopen gevaar omdat er onderbezetting is bij verkeersleiders. Zij moeten schepen assisteren bij drukke of onoverzichtelijke punten, maar door de onderbezetting kunnen er ongelukken ontstaan.

Dat blijkt uit documenten die de NOS in handen heeft. In totaal zijn er bijna 200 verkeersleiders, die op de radar de positie van schepen bepalen en via de marifoon instructies doorgeven. Sinds vorig jaar zijn er nieuwe roosters, die door een computer wordt gemaakt. Daardoor zouden sommige diensten onderbezet zijn, en moeten verkeersleiders te lang achter elkaar merken.

‘Op hoop van zegen’

Onder meer de verkeerspost bij Dordrecht, van waar de Merwede en zijrivieren wordt geleid, zou in de afgelopen twee maanden twaalf keer onderbezet zijn. De nachtdienst wordt gedaan door twee verkeersleiders, terwijl dat er drie zouden moeten zijn.

Bij een ongeval kan dat tot grote problemen leiden. De verkeersleiders zeggen dan vaak ‘op hoop van zegen’ te handelen, omdat ze handen tekort komen. In drie gevallen moest er alsnog iemand opgeroepen worden.

Haven van Antwerpen

Bij de post Vlissingen waren voor november altijd vijf verkeersleiders nodig, terwijl Rijkswaterstaat sinds tweeënhalve maand drie man ook genoeg vindt. De post is verantwoordelijk voor het verkeer op de drukke Westerschelde, richting de haven van Antwerpen.

Rijkswaterstaat is van plan om meer posten te sluiten, waardoor andere punten het nog drukker krijgen. Zo valt de Oosterschelde onder de relatief kleine post Wemeldinge.

Volgens Rijkswaterstaat is de scheepvaart niet in gevaar. Er zouden wel gesprekken en e-mails zijn geweest over de zorgen over onderbezetting, maar er zijn geen meldingen over onveilige situaties gedaan. Daarnaast kan volgens Rijkswaterstaat administratieve taken blijven liggen als het te druk is.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl